14 januari 2019

Stedenbouwkundig plan in ontwikkeling

In deze update willen we u informeren over het stedenbouwkundig plan wat momenteel in ontwikkeling is. Daarnaast willen we u kennis laten maken met onze architect door hem een aantal vragen voor te leggen. Uiteraard willen we zodra de plannen ver genoeg zijn uitgewerkt, weer een bijeenkomst organiseren om u nader te informeren. Hiervoor versturen we ter zijner tijd een uitnodiging.

Stedenbouwkundig plan
Momenteel wordt er gewerkt aan het stedenbouwkundig plan. Dit plan is een tekening van de gewenste inrichting van een bepaald gebied waarop bijvoorbeeld het gebouw, het groen, de wegen, de parkeerplaatsen et cetera zijn weergegeven. Bij het uitwerken van dit plan houdt de architect rekening met bijvoorbeeld: de verschillende bouwstijlen die terug te zien zijn in Moerkapelle, herkenningspunten als de kerk en het bestaande
woonzorgcentrum, loop- en fietsroutes en bereikbaarheid per auto, wat wel en niet binnen het huidige bestemmingsplan past.

Het stedenbouwkundig plan wordt in afstemming met de gemeente Zuidplas vastgesteld. Daarnaast vormt dit het kader en vertrekpunt voor de uitwerking van het ontwerp. Samengevat gaat het om een plan dat de basis vormt voor een optimaal ontwerp waar mensen (ouderen, familieleden, collega’s en vrijwilligers) comfortabel kunnen wonen en met plezier en veilig kunnen werken.

Architect Henk Middelkoop van Kokon
De architect is een belangrijk persoon binnen het project. Daarnaast redenen genoeg om hem een aantal interviewvragen te stellen, zodat u met hem kunt kennismaken.


Graag stellen we u voor aan de lezers van onze nieuwsbrief. Kunt u een korte introductie geven?
Mijn naam is Henk Middelkoop, mijn bouwjaar is 1976 en ik mocht mijn opleiding tot architect volgen aan de Technische Universiteit in Delft.
Sinds 2017 ben ik architect en partner bij Kokon Architectuur & Stedenbouw. Daar werken we als wooningenieurs aan diverse projecten die allemaal met wonen te maken hebben. Wonen heeft echt onze passie.

Welke ervaring heeft u bij het ontwerpen van een woongebouw voor senioren?
Vanuit Kokon werken we al decennia aan gebouwen voor de ouderen-doelgroep. Een van de vroegere projecten is inmiddels een gemeentelijk monument en staat op de kandidatenlijst voor Rijksmonument: het Ida Gerhardhuis te Amsterdam, ontworpen door onze oprichter Willem van Tijen.

Zelf werk ik al meer dan 15 jaar aan projecten in de zorg. Eerst in Zeeland en nu in het midden van het land. Variërend van woongroepen voor dementerenden tot volledig aangepaste woningen voor gehandicapten. Ontwerpen voor deze doelgroepen doe ik heel graag. Ik besef dat ik mogelijk iets kan betekenen in het dagelijks leven van anderen, voor mensen die zelf geen invloed hebben op hun woonomgeving. Ik ben er voor hen en probeer bij elk project het maximale eruit te halen qua beleving, comfort en kwaliteit.

Wat vindt u belangrijk bij het ontwerpen van een woonzorggebouw?
Allereerst de mensen die er komen wonen, die staan voor mij absoluut in het middelpunt. Als je als architect begint aan zo’n project, dan ken je vaak niemand van de toekomstige bewoners. Daarnaast de opdrachtgever, die een aantal uitgangspunten meegeeft qua aantal woningen en grootte van de verschillende ruimtes. Maar daarmee kun je dikwijls alle kanten uit.

Je moet je als architect echt verplaatsen in de beleving van de uiteindelijke gebruikers. Wat is voor hen een prettige woonkamer? Kunnen ze mooi bij het raam zitten? Is de keuken praktisch gesitueerd? Mag er ruimte zijn voor een bijkeuken of berging dicht bij de keuken? Is er een mogelijkheid voor een extra deur vanuit de hal naar de keuken, zodat je met zware boodschappen niet ver hoeft te lopen? Kun je met een rollator makkelijk de voordeur opendoen? Past een scootmobiel in de hal? Zijn de badkamer en hoofdslaap kamer praktisch gekoppeld? Zit je prettig op het balkon, zonder dat er teveel inkijk is vanaf de straat? En je toch zelf maximaal uitzicht hebt, juist als je zit. Zomaar wat voorbeelden van dingen waar we als architect echt over na moeten denken tijdens het ontwerpen.

Maar ook de beleving op de galerij is van belang. Een glazen balustrade tot de vloer is voor ouderen niet heel prettig. Er dreigt snel hoogtevrees en dat gunnen we niemand. Daarom werk ik galerijen ook graag stevig uit, met dikke gemetselde opstanden. En toch voldoende zicht op de omgeving.

Welke uitgangspunten neemt u bij het ontwerpen van dit project?
Aan het begin van mijn loopbaan als architect streefde ik er – net als alle jonge architecten – naar om iedereen in een mooie ‘doos’ onder te brengen. Het liefst zwart, een echte architectenkleur. Maar inmiddels heb ik geleerd dat er meer is dan een architectonisch verantwoorde zwarte ‘woondoos’. Daar worden mensen maar moeilijk gelukkig in. Dit besef is gegroeid tijdens mijn periode in Zeeland. Ik ben na de TU verder opgeleid door architect Hans Fierloos uit Goes. Zijn stelling was dat het mooie Zeeuwse landschap en de vriendelijke dorpen vragen om een zorgvuldige en passende architectuur. Lokaal georiënteerd noemen we dat onder vakgenoten. Regionalisme, om heel precies te zijn: de verbinder tussen modernisme en traditionalisme.

In Zeeland is dat uitgangspunt overigens gemakkelijk te realiseren. Natuurrode pannen, zwarte potdekseldelen en witte kozijnen: de lokale elementen voor een passende ontwerpstijl zijn overal voorhanden. Daar zijn al heel veel prachtige projecten mee ontworpen.

Moerkapelle blijkt van een andere orde. De naam klinkt heel Zeeuws, de ietwat introverte volksaard herken ik direct van de eilanden. De oude gebouwen kwamen mij ook bekend voor. Stalramen die uitkijken op de dorpskerk. Maar wat is nu echt de identiteit van dit onafhankelijke dorp in het Groene Hart? Het eiland dat ligt tussen Zoetermeer en Gouda. Ontstaan vlak naast een grote plas die inmiddels drooggelegd is. Resultaat van harde en noeste arbeid. De rijkste boer die ooit een boerderij voor zich liet bouwen was een Fries.

De Stolpenburg is niet te missen. Om die identiteit te gaan ontdekken ben ik gaan rondwandelen in de kern. Ik heb de Dorpsstraat uitgebreid geanalyseerd. De oude kerk van binnen en van buiten bekeken. De Raadhuisstraat doorgelopen. Maar de verwarring werd steeds groter. Moerkapelle is vooral jong en hard gegroeid. Weinig monumenten. Weinig grote gebouwen. Om het te ontwerpen woonzorg-gebouw dus goed te verankeren in de structuur van Moerkapelle, zal het ontwerp zijn eigen ruimte moeten definiëren. Dat is gelukt door bij het ontwerpen uit te gaan van het realiseren van een prettig gebouw aan een kerkplein. De naam Kerkplein was er al, maar eigenlijk heeft het kerkplein nooit goed gefunctioneerd. Daarom een herkansing! Het nieuwe gebouw wil ik qua uitstraling aan laten sluiten bij wat ik aantrof in de Dorpsstraat: boerderijgevels, sobere kroonlijsten, mooi metselwerk, witte kozijnen. Verder ontdekte ik dat het al gesloopte gebouw van Beth San, door de gelaagde gevel-opbouw eigenlijk minder zwaar overkomt als het huidige Beth San. Bij dat gebouw kunnen de heldergele kozijnen niet voorkomen dat de totaalmassa stevig is en echt communiceert dat we hier met een zorggebouw te maken hebben. Dat wilde ik echt voorkomen bij het nieuwe ontwerp. Daarom gaan we werken met aparte gevels die duidelijk afleesbaar zijn. En de duurdere appartementen krijgen qua gevel het karakter van een soort dorpsvilla. Met een duidelijke plintverdieping op de begane grond, zodat het geheel niet enorm groot en hoog overkomt. We gaan dat de komende maanden verder uitwerken en hopen dat we de kwaliteit die in het ontwerp zit - ondanks de hoge bouwkosten van tegenwoordig - toch zo mooi mogelijk kunnen realiseren.

Kunt u een toelichting geven over de te nemen stappen in het ontwerpproces?
We beginnen altijd met af te tasten wat de opdrachtgever – in dit geval Cedrah – voor ambities heeft. Vervolgens gaan we schetsontwerpen maken en kijken we hoe die aansluiten bij de verwachting van de opdrachtgever. Door Cedrah werd mijn eerste ont-werp terecht afgekeurd: te weinig variatie en te weinig kwaliteit. Dat is heel goed in die fase. Want dan is daarna voor iedereen helder wat de ambities wel zijn. Daarmee kun je dan een voorontwerp maken en daarmee gaan we zo snel mogelijk naar de gemeente. Zeker bij dit plan was dat nodig. Het bestemmingsplan – waarin alle kaders al vastgelegd waren – voorzag in twee stroken van appartementen. Twee flatjes zeg maar. Daar kon ik geen kwaliteit mee maken. Daarom zijn we een gebouw met een binnenhof gaan tekenen, zodat we een prachtige gevelwand aan het Kerkplein kunnen maken. De gemeente reageerde daar heel positief op en nu kijken we gezamenlijk naar de verdere procedure om het bestemmingsplan optimaal aan te laten sluiten bij het ontwerp.

Zodra de plannen concreet genoeg zijn, zal een bijeenkomst georganiseerd worden om belangstellenden en belanghebbende te informeren.